Ontslagvergoeding economische redenen
Veel werknemers denken dat de werkgever bij een ontslag wegens economische redenen geen ontslagvergoeding hoeft uit te keren. Dat blijkt niet altijd het geval te zijn. Onlangs oordeelde de rechter dat ook bij een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen een ontslagvergoeding moet worden betaald aan de werknemer.
Ontslagvergoeding bij ontslag wegens economische redenen
Er zijn verschillende procedures om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Bij een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen kiezen veel werkgevers ervoor om een ontslagaanvraag in te dienen bij het UWV WERKbedrijf. Voordeel van deze procedure is dat de werkgever in beginsel geen ontslagvergoeding hoeft te betalen, indien het UWV besluit de ontslagvergunning te verlenen. Het UWV beschikt namelijk alleen over de bevoegdheid om de ontslagaanvraag toe of af te wijzen. In tegenstelling tot de kantonrechter kan het UWV dus niet bepalen of de werkgever een ontslagvergoeding aan de werknemer dient uit te keren.
Indien het UWV de ontslagvergunning heeft verleend en de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, kan de werknemer besluiten een kennelijk onredelijk ontslag procedure op te starten bij de rechtbank om alsnog een ontslagvergoeding te krijgen. Voor veel werknemers is het lastig de kans op succes goed in te schatten.
Wat vaak gebeurt is dat werkgevers aankondigen dat zij een ontslagaanvraag indienen bij het UWV en de werknemer tegelijkertijd een voorstel doen om het ontslag met wederzijds goedvinden te beëindigen. Er wordt de werknemer een ontslagvergoeding aangeboden die meestal een stuk lager is dan de vergoeding die is vastgesteld aan de hand van de kantonrechtersformule. Indien de werknemer het voorstel van de werkgever niet accepteert, komt het voorstel te vervallen en wordt de procedure bij het UWV voortgezet. Voor de werknemer is het lastig te beoordelen of het verstandig is het voorstel al dan niet te accepteren. Accepteert de werknemer het voorstel niet, dan loopt hij/zij het risico dat het UWV de ontslagvergunning verleent en de werkgever de arbeidsovereenkomst opzegt zonder dat aan de werknemer een ontslagvergoeding wordt aangeboden. Vraag is dan wat zijn/haar kansen zijn in een kennelijk onredelijk ontslagprocedure. Accepteert de werknemer het voorstel wel dan loopt hij/zij het risico dat de ontslagaanvraag wordt afgewezen en het risico dat de werknemer akkoord is gegaan met een te lage ontslagvergoeding.
Ontslag van werknemer zonder enige ontslagvergoeding is onredelijk, aldus het gerechtshof Amsterdam
Wellicht biedt een recente uitspraak van het gerechtshof Amsterdam meer aanknopingspunten bij de inschatting van de kansen op succes bij een kennelijk onredelijk ontslagprocedure. Het ging om 48-jarige werknemer die vanaf 1997 werkzaam was bij een drukkerij. Het brutoloon bedroeg € 3.800,- per maand. De werknemer was in 2008 bijna een jaar ziek geweest en in 2009 weer aan het werk gegaan in een andere functie. In maart 2009 berichtte de werkgever de werknemer over de tegenvallende bedrijfsresultaten en werd aan de werknemer medegedeeld dat een ontslagvergunning zou worden aangevraagd bij het UWV.
Procedure bij het UWV, geen oordeel over ontslagvergoeding economische redenen
De werknemer voerde verweer tegen de ontslagaanvraag en stelde zich op het standpunt dat het afspiegelingsbeginsel niet goed was toegepast. Hij was van oordeel dat niet hij maar een collega moest worden voorgedragen voor ontslag. Het UWV was het hier niet mee eens en verleende de ontslagvergunning, waarna de werkgever overging tot opzegging van de arbeidsovereenkomst. De werknemer liet het hier niet bij zitten en startte een kennelijk onredelijk ontslagprocedure bij de rechtbank.
Kennelijk onredelijk ontslagprocedure, oordeel over ontslagvergoeding economische redenen
De werknemer voerde aan dat het ontslag kennelijk onredelijk was omdat het afspiegelingsbeginsel niet correct was toegepast en omdat aan de werknemer geen ontslagvergoeding was toegekend. De kantonrechter wees de vordering van de werknemer af, maar in hoger beroep werd de vordering van de werknemer wel toegewezen.
De vraag of het ontslag kennelijk onredelijk is omdat er geen enkele financiële voorziening is getroffen, is volgens het gerechtshof Amsterdam afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. De werknemer was ten tijde van het ontslag 47 jaar. Over het algemeen is het moeilijk om op deze leeftijd ander werk te vinden. Moeilijk, maar niet onmogelijk. Van belang was verder dat de werknemer altijd goed heeft gefunctioneerd en dat zijn ziekte in 2008 geen verband hield met de werkzaamheden. Het gerechtshof was van oordeel dat onder deze omstandigheden van de werkgever mocht worden verlangd dat aan de werknemer een financiële vergoeding zou worden betaald als aanvulling op zijn WW- uitkering dan wel ter compensatie voor de aanloopkosten voor het starten van een eigen bedrijf. Nu de werkgever de werknemer geen enkele financiële voorziening had verstrekt, was het gerechtshof van oordeel dat het ontslag kennelijk onredelijk was. Van belang hierbij was dat de werkgever niet had aangetoond dat de werkgever geen ontslagvergoeding kon betalen. Het gerechtshof veroordeelde de werkgever tot het betalen van een ontslagvergoeding van € 24.000,-.
Conclusie
Deze uitspraak laat zien dat de werknemer niet altijd met lege handen komt te staan na een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen. Indien er geen enkele financiële vergoeding wordt verstrekt, kan het ontslag kennelijk onredelijk zijn. Dit is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, zoals de leeftijd van de werknemer, het functioneren van de werknemer, de kansen op de arbeidsmarkt, ziekte van de werknemer en de oorzaak daarvan en de (on)mogelijkheid om aan de werknemer een ontslagvergoeding uit te keren.
Wil je meer weten over ontslag en ontslagvergoeding? Neem dan vrijblijvend contact met ons op voor een gratis gesprek. We zijn gevestigd in Heerlen, omgeving Heerlen-Zuid-Limburg.
1 reactie