Nakoming vaststellingsovereenkomst ondanks corona-crisis
Een werkgever is verplicht om een vaststellingsovereenkomst na te komen ondanks de corona-crisis. Zo oordeelde de kantonrechter Almelo op 24 juni 2020. Op deze pagina bespreekt mr. Tholen deze uitspraak.
Wat is er gebeurd?
De werkgever houdt zich bezig met het organiseren en uitvoeren van feesten en evenementen in haar feestzaal. De werknemer had een vast contract en is op 4 december 2019 op staande voet ontslagen wegens verduistering. De werknemer heeft het ontslag op staande voet aangevochten en heeft de kantonrechter verzocht om het ontslag op staande voet te vernietigen. Zoals vaak gebeurd zijn partijen lopende de procedure in maart 2020 tot een regeling gekomen.
Inhoud regeling
- werkgever trekt het ontslag op staande voet in
- het contract eindigt met wederzijds goedvinden per 1 mei 2020
- werkgever betaalt aan de werknemer de transitievergoeding
- werkgever betaalt de juridische kosten van de werknemer
- aan het einde van het dienstverband vindt een normale eindafrekening plaats
- werkgever zal zich niet negatief uitlaten over de werknemer
- alle postcontractiele bedingen zoals een concurrentiebeding komen te vervallen
- finale kwijting over en weer
Werkgever wilde vaststellingsovereenkomst niet nakomen door gevolgen corona-crisis
Partijen hebben afgesproken om de afspraken op papier te zetten in een vaststellingsovereenkomst. De werkgever weigerde echter de vaststellingsovereenkomst te tekenen. Dit vanwege de uitbraak van het corona-virus en de strenge corona-maatregelen. Het werk van de werkgever (organiseren van feesten) kwam hierdoor volledig stil te liggen. Het zag er bovendien niet naar uit dat de werkgever ook na 1 juli 2020 haar activiteiten zou kunnen hervatten vanwege de corona-maatregelen die werden opgelegd.
De werkgever vreesde voor een faillissement. De werkgever vond dan ook dat zij de vaststellingsovereenkomst niet hoefde na te komen. De werknemer was het hier niet mee eens en heeft nakoming van de vaststellingsovereenkomst gevorderd.
Kantonrechter: nakoming vaststellingsovereenkomst ondanks corona-crisis
De kantonrechter oordeelt dat de werkgever de vaststellingsovereenkomst gewoon moet nakomen ondanks de corona-crisis. Dat de werkgever door de corona-crisis onvoldoende geld heeft, is volgens de kantonrechter een omstandigheid die voor rekening van de werkgever komt. De werkgever kan het ondernemersrisico niet afwentelen op de werknemer, aldus de kantonrechter. Dus geen sprake van overmacht en/of onvoorziene omstandigheden:
Overweging kantonrechter:
“ Hoewel de coronacrisis zeker een uitzonderlijke omstandigheid is die geen van partijen heeft kunnen voorzien en waar de overeenkomst geen regeling voor biedt, is net als bij het beroep op overmacht de vraag voor wiens rekening en risico die omstandigheid moet komen. [gedaagde] heeft haar beroep op overmacht niet specifiek onderbouwd. Onduidelijk is bijvoorbeeld of zij aanspraak heeft gemaakt op enige overheidsregeling ter ondersteuning van ondernemers en wat daarvan de uitkomst was. Onder andere het al dan niet toekennen van financiële ondersteuning en, bij toekenning, de hoogte daarvan, is van belang bij de belangenafweging tussen partijen en de beoordeling of de overeenkomst ongewijzigd in stand dient te blijven. Nu niet kan worden beoordeeld of op grond van de coronacrisis wijziging of ontbinding van de overeenkomst aan de orde is, komen de gevolgen van deze crisis daarom voor rekening van [gedaagde] als werkgever van [eiser]”
In deze zaak heeft de werkgever haar standpunten onvoldoende onderbouwd. Mogelijk dat een betere onderbouwing aan de zijde van de werkgever tot een ander oordeel zou hebben geleid. Maar voor nu is de conclusie: een vaststellingsovereenkomst moet worden nagekomen ondanks de corona-crisis.
Meer over dit onderwerp:
1 reactie